-
1 part
I 〈de〉♦voorbeelden:iemand parten spelen • play tricks on someoneII 〈 het〉1 [deel van een geheel] part♦voorbeelden:1 appels in parten snijden • cut apples in pieces/segments2 ieder krijgt zijn part • everyone gets his share/portionvoor mijn part • for all I care, as far as I'm concerned -
2 meespelen
1 [meedoen] 〈 in spel〉 take part/join in a/the game ⇒ play (along with), 〈in toneelstuk/film〉 be a cast member2 [mede van invloed zijn] play a part -
3 hoofdrol
♦voorbeelden:1 een hoofdrol hebben/spelen (in) • have a leading part (in), feature as a star (in)de hoofdrol spelen • play the leading part, be the leading man/ladyeen film met X. in de hoofdrol • a film starring/featuring X. -
4 deel
I 〈 het〉2 [aandeel] share3 [boekdeel] volume♦voorbeelden:één deel zwavel op één deel salpeter • one part (of) sulphur to one part (of) saltpetrede edele delen • the vital partsvoor een groot deel • to a great extentvoor het grootste deel • for the most parteen hoorspel in zeven delen • a seven-part radio playsonate in drie delen • a sonata in three movementsten dele • partly, in partdeel aan iets hebben • have a share in somethingzijn deel inbrengen • do one's fair shareelk zijn deel • to each his ownpart noch deel aan iets hebben • have no share in somethinghet viel hem ten deel • it fell to himII 〈de〉1 [planken vloer] wooden floor3 [dorsvloer] threshing-floor -
5 de hoofdrol spelen
de hoofdrol spelen————————de hoofdrol spelenplay the leading part, be the leading man/ladyVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > de hoofdrol spelen
-
6 een ondergeschikte rol spelen
een ondergeschikte rol spelenplay second fiddle, play a minor partVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > een ondergeschikte rol spelen
-
7 ondergeschikt
1 [onderdanig, afhankelijk] subordinate♦voorbeelden:een ondergeschikte rol spelen • play second fiddle, play a minor part -
8 hand
1 [lichaamsdeel] hand♦voorbeelden:in andere handen komen • change handsblote handen • bare handsdie zaak is in goede/slechte handen • that matter is in good/bad handsin goede/verkeerde handen vallen • 〈 figuurlijk〉 fall into the right/wrong handsiemand de helpende hand bieden • lend someone a (helping) handniet met lege handen komen • not come empty-handed〈 figuurlijk〉 uit de losse hand • roughly, in an improvised wayiets met vaste hand doen • do something with a sure touch〈 figuurlijk〉 met vaste/krachtige hand regeren • rule with a firm/iron handhij is in veilige handen • he is in safe handsiemand (de) handen vol werk geven • give someone no end of work/troublede handen vol hebben aan iemand/iets • have one's hands full with someone/somethinghij heeft de handen meer dan vol • he has enough/too much on his platedat kost handen vol geld • that costs lots of moneyiets aan vreemde handen toevertrouwen • entrust something to strangershij heeft de handen niet vrij • he does not have a free hand〈 figuurlijk〉 de vrije hand hebben/krijgen • have/acquire a free handergens zijn handen niet aan vuil willen maken • refuse to soil one's hands with something〈 figuurlijk〉 ik draai er mijn hand niet voor om • 〈 ik heb er geen moeite mee〉 I think nothing of it; 〈 het kan me niet schelen〉 I don't care a rap (for it)iemand de hand drukken/geven/schudden • give someone one's hand, shake hands with someonedan kunnen we elkaar de hand geven • we're in the same boat〈 figuurlijk〉 iemand de hand boven het hoofd houden • 〈 aan zijn kant staan〉 stand by someone; 〈 iemand beschermen die iets misdaan heeft〉 protect someone〈 figuurlijk〉 de handen op elkaar krijgen • earn/get applause〈 figuurlijk〉 de hand op iets/iemand leggen • lay hands on someone/somethingiemands hand lezen • read someone's palmde hand lichten met het reglement • disregard the regulationselkaar de hand reiken • hold out a hand to each other 〈 ook figuurlijk〉; 〈 figuurlijk〉 reach out to each otherhanden schudden • shake handshij steekt geen/nooit een hand uit • he never does a stroke of workde hand over het hart strijken • 〈 figuurlijk〉 be lenient/soft-heartedhij kan zijn handen niet thuishouden • he can't keep his hands to himselfdaar wordt vaak de hand mee gelicht • that is often skimped/not taken seriously(mijn) hand erop! • you have/here's my hand on it!handen omhoog! (of ik schiet) • hands up!/ 〈 informeel〉stick 'em up! (or I'll shoot)handen thuis! • hands off!〈 figuurlijk〉 iets aan de hand hebben • 〈 met iets bezig zijn〉 have something going/on; 〈 bij iets betrokken zijn〉 be involved in somethingaan de hand van deze berekeningen • on the basis of these calculationsiemand een middel aan de hand doen tegen huiduitslag • put someone on to a good remedy for a rashniks aan de hand! • there's nothing the matteraan de hand van deze ervaringen concludeer ik … • in view of these experiences I conclude …iets achter de hand hebben • 〈 figuurlijk〉 have something to fall back on; 〈 heimelijk〉 have something up one's sleevewat geld achter de hand houden • keep some money for a rainy dayik heb mijn gummetje altijd vlak bij de hand • I always have my rubber near at handin de handen klappen • clap one's handsiemand iets in handen spelen • put something someone's wayiemand iets in de hand duwen/stoppen • slip/thrust something into someone's hands; 〈 figuurlijk〉 palm/fob someone off with somethingeen bewijs in handen hebben • have evidencehet onderzoek is in handen van N. • the investigation is being conducted by N.de markt in handen hebben • control/have control of the marketde politie heeft de zaak nu in handen • the police have the case in handde macht in handen hebben • have powerde toestand in de hand hebben • have the situation in handin handen vallen van de politie/de vijand • fall into the hands of the police/enemy〈 figuurlijk〉 iets met beide handen aangrijpen • jump at something; 〈 aanbod, gelegenheid ook〉 seize (upon) somethingmet de hand gemaakt/geschreven • hand-made/handwritten〈 figuurlijk〉 iemand naar zijn hand zetten • force/mould/bend someone to one's will, manage someone, twist someone round one's (little) fingeriets om handen hebben • have something to do〈 figuurlijk〉 iemand onder handen nemen • take someone in hand/to taskiemand op (de) handen dragen • 〈 figuurlijk〉 worship/idolize someonehand over hand toenemen • increase hand over fist, gain ground rapidlyiemand iets ter hand stellen • hand something (over) to someoneiets ter hand nemen • take something up, take something in hand, undertake somethinger komt niets uit zijn handen • he doesn't get anything doneuit de hand lopen • get out of handiemand het werk uit (de) handen nemen • take work off someone's handsiets van de hand doen • sell/part with/dispose of somethingvan hand tot hand gaan • be passed from hand to handgoed/duur van de hand gaan • sell well/at high prices 〈 van koopwaren〉dat is de meest voor de hand liggende conclusie • that is the most obvious conclusiongeen hand voor iemand/iets uitsteken • not lift a finger for someone/somethinghij heeft er geen hand naar uitgestoken • 〈 niets aan gedaan〉 he hasn't done a stroke of work on it; 〈 niets van gegeten〉 he hasn't touched itgeen hand voor ogen kunnen zien • 〈 figuurlijk〉 not be able to see one's hand in front of one('s face)ik heb maar twee handen! • I have only (got) one pair of hands!een verhaal van de hand van • a story (written) by3 de zieke is aan de beterende hand • the patient is on the mend/getting betteraan mijn rechter/linker hand • on my right/left (hand/side)aan de winnende hand zijn • be winning〈 figuurlijk〉 iemand op zijn hand hebben/krijgen • have/get someone on one's side¶ wat is er daar aan de hand? • what's going on there?〈 figuurlijk〉 alsof er niets aan de hand was • as if nothing had happened/was wronger is iets aan de hand • there's something the matter/upiets/iemand in de hand werken • encourage something/someone; 〈 iets ook〉 make for something; 〈 iemand ook〉 play into someone's hands〈 van personen〉 zwaar op de hand zijn • be heavy/ponderousop handen zijn • be (near) at hand/imminent/forthcomingvan de hand in de tand leven • live from hand to moutheen verzoek/voorstel van de hand wijzen • refuse a request 〈 verzoek〉; turn down a proposal 〈 voorstel〉 -
9 stuk
stuk1〈 het〉1 [deel] piece ⇒ part, fragment, 〈 land〉 lot, length 〈 stof, plank, koord〉 〈ook → link=stukje stukje〉2 [(grote) hoeveelheid] lot7 [document] document, paper10 [muziekstuk] piece (of music)13 [gestalte] stature, build♦voorbeelden:1 stukken en brokken • bits and pieces, odds and endsiets in stukken snijden • cut something up (into pieces)een stuk met iemand meelopen • accompany someone part of the way〈 figuurlijk〉 werken dat de stukken er af vliegen • work with a vengeance/at full tiltiets aan stukken slaan/gooien • knock/smash something to piecesiets in stukken scheuren • tear something to pieceshet perceel werd in drie stukken verdeeld • the parcel was divided into three lotseen stuk uit een boek voorlezen • read a passage/section from a book〈 figuurlijk〉 een man uit één stuk • a man of character/of honour, salt of the earthuit één stuk vervaardigd • made in/of one pieceeen goed stuk werk • a fine piece of workeen stuk beter • much/a lot betterstukken beter • quite a lot/far bettermijn klas is een heel stuk voor • my class is well aheadzij is een stuk afgeslankt • she has lost quite a bit of weightdat zou ons een stuk verder brengen • that would help us a lotiets/iemand met stukken slaan • defeat someone/something by a large marginop geen stukken na • not by a long way/shot/ 〈 Brits-Engels ook〉chalk, not nearly3 een stuk gereedschap • a piece of equipment, a tooleen stuk speelgoed • a toyeen groot stuk zeep • a large cake/tablet of soapsigaren van twee gulden per stuk • cigars of two guilders each/apiece/a pieceper stuk verkopen • sell by the piece/singlystuk voor stuk werden de onderdelen vervangen • the parts were replaced one by onehet zijn stuk voor stuk deugnieten • they're rascals, every one of themtwintig stuks vee • twenty head of cattlevier stuks bagage • four pieces of luggageeen stuk of tien appels • about ten/ten or so apples4 aangetekend stuk • registered mail/letter/item5 een lekker stuk • a nice bit of skirt/stuff/crumpetiets met de stukken kunnen bewijzen • have documents to prove something11 een stuk in een broek zetten • patch a pair of trousers/ Apantshij had stukken op zijn ellebogen • he had elbow patches〈 informeel〉 een raar stuk vreten • a rum customer, a right one13 klein van stuk • small, of small stature, shortstukken aan toonder • bearer securities¶ op zijn stuk blijven staan • hold one's ground, stick to one's gunsvan zijn stuk raken • lose one's head, be put off one's balanceiemand van zijn stuk brengen • unsettle/unnerve/disconcert someoneeen stuk in de kraag hebben • be tight/plasteredop het stuk van … • as far as … is concerned————————stuk21 [aan stukken] apart, to pieces3 [onder de indruk, ingenomen met] impressed (by)♦voorbeelden:het kopje viel stuk • the cup fell to pieces/fell and brokeiets stuk maken • break/ruin something -
10 hoofdrol
n. main part, leading role, starring role in a play (or film, etc.) -
11 ingenue
n. ingenue, character of an innocent girl (in a play); actress that plays the part of an innocent girl -
12 afgeven
1 [kleurstof loslaten] run2 [+ op] run down♦voorbeelden:2 op iemand/iets afgeven • run someone/something downII 〈 overgankelijk werkwoord〉♦voorbeelden:een pakje bij iemand afgeven • leave a parcel with someoneIII 〈wederkerend werkwoord; zich afgeven〉♦voorbeelden:zich afgeven met vrouwen • play around with women -
13 een belangrijke taak vervullen bij (de verkiezingen)
een belangrijke taak vervullen bij (de verkiezingen)have/play an important part in (the elections)Van Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > een belangrijke taak vervullen bij (de verkiezingen)
-
14 een hoorspel in zeven delen
een hoorspel in zeven delenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > een hoorspel in zeven delen
-
15 een rol in een toneelstuk uitbeelden
een rol in een toneelstuk uitbeeldenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > een rol in een toneelstuk uitbeelden
-
16 streek
3 [omgeving van een orgaan] region♦voorbeelden:(gemene) streken uithalen • play (dirty/nasty) tricks (on)vol streken zitten • be full of tricks4 zij heeft een fraaie streek • her bowing is beautiful, she bows beautifullyiets met één streek tekenen • draw something in one stroke/dash¶ 〈 figuurlijk〉 van streek zijn • 〈 niet in zijn normale doen〉 be out of sorts; 〈 nerveus〉 be upset/in a dither; 〈 van maag〉 be upset/out of order -
17 taak
1 [functie, opdracht] task ⇒ job, duty, 〈 verantwoordelijkheid〉 responsibility, 〈 opdracht〉 assignment2 [school(wezen)] assignment♦voorbeelden:ik heb de prettige/aangename taak om … • it is my agreeable duty to …een zware taak op zich nemen • undertake an arduous taskzijn taak aanvangen, van zijn taak ontheven zijn • assume one's duties, be relieved of one's dutieshet is niet mijn taak dat te doen • it is not my place to do thathet is uw taak/de taak van de regering • it is up to you/the governmentde officier belast met de taak om … • the officer charged with the duty of …iemand een taak opgeven/opleggen • set someone a taskeen taak verrichten • perform/discharge a task/duty, do a jobeen belangrijke taak vervullen bij (de verkiezingen) • have/play an important part in (the elections)taak volbracht • mission accomplishedhet als zijn taak zien • see it as one's task/briefzich tot taak stellen iets te doen • make it one's business to do somethingtot taak hebben • have as one's dutytot taak krijgen • be given the task (of)zich van zijn taak kwijten • discharge one's dutyniet voor zijn taak berekend zijn • be unequal to one's task -
18 uitbeelden
См. также в других словарях:
play a part — 1. (with in) to be instrumental in, help in doing something 2. To act a theatrical role • • • Main Entry: ↑play * * * have/play/a part (in something) phrase to be involved in a particular situation or activity an … Useful english dictionary
play your part — play (your) part to do what you can do or should do. Local leaders played their part in making the festival a great success. Usage notes: sometimes used in the form play a part to be involved: I m afraid that I also played a part in wrongly… … New idioms dictionary
play a part — index involve (participate), mock (imitate), pose (impersonate) Burton s Legal Thesaurus. William C. Burton. 2006 … Law dictionary
play a part in — index participate Burton s Legal Thesaurus. William C. Burton. 2006 … Law dictionary
play the part — index assume (simulate) Burton s Legal Thesaurus. William C. Burton. 2006 … Law dictionary
Play a Part EP — Infobox album Name = Play a Part EP Type = EP Artist = Expatriate Background = Blue Released = February 10 2007 Recorded = 2006, Seattle Genre = Indie rock Length = 14 min 56 s Label = Dew Process Producer = John Goodmanson Reviews = Last album … Wikipedia
play a part (in something) — have/play a ˈpart (in sth) idiom to be involved in sth • She plays an active part in local politics. • Alcohol plays a part in 70 per cent of divorces. Main entry: ↑partidiom … Useful english dictionary
play a part in — {v. phr.} To be instrumental in; have a role in; be concerned with. * /Some First Ladies play a greater part in political life than others./ … Dictionary of American idioms
play a part in — {v. phr.} To be instrumental in; have a role in; be concerned with. * /Some First Ladies play a greater part in political life than others./ … Dictionary of American idioms
play\ a\ part\ in — v. phr. To be instrumental in; have a role in; be concerned with. Some First Ladies play a greater part in political life than others … Словарь американских идиом
play a part — be a cause, affect the result His drinking played a part in his dismissal. Drinking was a cause … English idioms